Militaire eer aan vier Opa’s die dienden in het KNIL

Militaire eer aan vier Opa’s die dienden in het KNIL

Webmaster
10 december 2017

De man achter ‘Het verhaal van de Genie’ Aarnout Mijling is de kleinzoon van 4 opa’s die in het KNIL dienden en nooit erkenning, waardering en militaire eer voor hun inzet tijdens de Japanse bezetting in Nederlands-Indië hebben ontvangen. Majoor (r) Aarnout is RSD Communicatie en werkt drie dagen bij Kenniscentrum Genie voor WTEc en TaskForce Werving, oftewel arbeidsmarktcommunicatie: werving van nieuwe Genisten. Twee jaar geleden diende hij een rekest in bij het Ministerie van Defensie. Deze zijn allen voor zijn 4 opa’s postuum toegekend, van hemzelf en zijn vrouw. De Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht, luitenant-generaal Hans van Griensven heeft op zaterdag 2 december 2017 twee maal vier onderscheidingen en KNIL herdenkingsspeld aan de familie uitgereikt.

De families hebben met een mooie civiel-militaire ceremonie in het NMM de Mobilisatie Oorlogs Kruis (MOK), het Ereteken Orde en Vrede (EOV) en herdenkingsspelden in ontvangst genomen. Evenals een herdenkingsspeld voor inzet in Nederlands-Indië. Het betreft de opa’s Eltn Leo Mijling, Tlnt Gerard Vodegel, zeemilitie monteur der 1e klasse Lodewijk Brender à Brandis en Sld Gerard Anthonio, een bosarchitect in de Archipel. Bij de ceremonie waren veel Genie collega’s aanwezig.

Vooraf de ceremonie heeft er archief onderzoek plaatsgevonden evenals een aanvraag-procedure: Marco Huysdens van Erkenning voor Nederlands-Indië Veteranen heeft dit voor zich genomen. Daardoor zijn nog meer militaire gegevens bij landmacht en marine boven water gekomen. Familieleden zijn daar dankbaar voor.

‘Door deze indrukwekkende verhalen te blijven vertellen doen wij recht aan mijn Opa’s en kunnen wij ze blijvend eren. Daarmee ook de krijgsgevangenen, vrouwen, kinderen, buitenkampkinderen en romusha’s, Indonesische dwangarbeiders, die enorm geleden hebben tijdens de Japanse bezetting. En ook diegene die we daar achterlieten, zoals mijn Oma Vijftigschild’, aldus de kleinzoon. Ere wie ere toekomt.